Uitleg gronden uitspraak zomerganzenbeheer

De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de schade aan gewassen, de risico’s voor veiligheid van luchtvaart en de bescherming van flora en fauna voldoende zijn onderbouwd. Ook is de rechtbank van mening dat voldoende is onderbouwd dat er geen bevredigende andere oplossingen zijn en hoefde er niet van te voren, bij afgifte van deze ontheffingen, te worden getoetst op de waarden van Natura 2000-gebieden en andere beschermde vogels.

Echter, of de schade aan gewassen, de risico’s voor luchtvaart en flora en fauna  aanvaardbaar is, is gebaseerd op vastgestelde streefstanden (te bereiken doelstand per ganzensoort). De rechtbank oordeelt dat deze streefstanden per belang niet goed onderbouwd zijn. Daardoor is het, naar oordeel van de rechtbank, onduidelijk waarom het nodig is om de ganzenpopulaties tot deze streefstanden terug te brengen (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2024:12663)

Wat is de verhouding tussen ontheffingen en vrijstellingen?

De provincie heeft naar oordeel van rechtbank goed afgebakend en beoordeeld waar deze ontheffingen betrekking op hebben, naast de vrijstellingen die er zijn.

Is er verband tussen omvang ganzenpopulaties en omvang schade?

Rechtbank volgt de provincie in de stelling dat op basis van de gebruikte schadegegevens het algemene beeld naar voren komt dat grotere ganzenpopulaties leiden tot grotere schade aan gewassen. Omdat het hier gaat om een ontheffing voor de hele provincie keurt de rechtbank het ook goed dat in het faunabeheerplan niet per WBE inzichtelijk is gemaakt wat de precieze schade per ganzensoort per gewassoort is. De rechtbank oordeelt dat er ook een goede verklaring is gegeven over hoe het komt dat de schade bij de ene soort gans veel sneller is gestegen dan bij de andere soort. De ingebruikname van BIJ12 van het nieuwe toegankelijker systeem heeft voor een veel groter aantal verzoeken om tegemoetkoming geleid. De provincie had dit met ook getalsmatig onderbouwd.

Wordt voldaan aan de voorwaarde van ‘belangrijke schade’?

De rechtbank is van oordeel dat de provincie terecht heeft geoordeeld  dat er bij weergegeven omvang van de schade bij de huidige omvang van de ganzenpopulatie er sprake is ‘belangrijke schade’.

Speelt het belang van veiligheid van luchtverkeer?

De rechtbank is van oordeel dat dit door de provincie voldoende gemotiveerd, deels op basis van gegevens die al in 2019 door de Raad van State zijn goedgekeurd, deels op basis van een actualisatie daarvan. Bovendien gaat de rechtbank mee in de noodzakelijkheid van ganzenbestrijding in de gehele provincie en niet alleen in een zone rondom een luchthaven. Populatiereductie buiten die zone voorkomt immers dat ganzen zich naar die zone verplaatsen, zo stelt ook de rechtbank.

Speelt het belang van bescherming van flora en fauna?

Uit de informatie in het faunabeheerplan mocht, naar oordeel van de rechtbank, de provincie zich op het standpunt stellen dat dergelijke grote aantallen ganzen met hun gedrag directe invloed hebben op te beschermen natuurwaarden. Gezien hun mobiliteit geldt dit voor ganzen in de gehele provincie.

De rol van de streefstanden (te bereiken doelstand per ganzensoort)

  • Schade aan gewassen

De rechtbank is van mening dat niet goed is onderbouwd dat de schade aan gewassen aanvaardbaar is als de in het faunabeheerplan opgenomen streefstanden worden gehaald. Daarbij is ook niet goed uitgelegd waarom voor deze omvang van deze schade is gekozen. Daardoor is het onduidelijk waarom het terugbrengen van de ganzenpopulaties tot de streefstanden nodig is om belangrijke schade te voorkomen.

  • Veiligheid van luchtverkeer

De rechtbank is van mening dat niet goed is onderbouwd waarom de veiligheid van luchtverkeer noodzaakt tot het terugbrengen van de ganzenpopulaties tot de streefstanden. Dit zijn dezelfde streefstanden als voor de landbouwschade, waardoor een zelfstandige beoordeling voor dit belang ontbreekt, te meer het aantal aanvaringen de afgelopen jaren stabiel zijn gebleven.

  • Bescherming van flora en fauna.

De rechtbank is van mening dat niet goed is onderbouwd waarom de bescherming van flora en fauna noodzaakt tot het terugbrengen van de ganzenpopulaties tot de streefstanden. Dit zijn dezelfde streefstanden als voor de landbouwschade, waardoor een zelfstandige beoordeling voor dit belang ontbreekt

Zijn er ook andere oplossingen waarmee het doel bereikt kan worden?

In het faunabeheerplan is beschreven dat preventieve maatregelen onvoldoende effectief zijn. Zo is het niet mogelijk om gebieden minder aantrekkelijk te maken voor ganzen vanwege andere belangen en natuurwaarden. Enkel verjagen (evt. met ondersteunend afschot) leidt niet tot minder ganzen. Uit het faunabeheerplan kan ook worden afgeleid dat beheersmaatregelen wel degelijk effectief zijn. De rechtbank gaat hier in mee. Daarmee is voldoende onderbouwd dat andere maatregelen niet of niet voldoende tot het gestelde doel kunnen leiden.

Zijn er gevolgen voor Natura 2000-gebieden?

De ontheffingen gelden voor de gehele provincie Zuid-Holland maar van te voren is niet duidelijk waar het afschot zal plaats vinden. Als dat in of nabij een Natura 2000-gebied zal gebeuren is daarom de uitvoerder verantwoordelijk. Als de ontheffing wordt gebruikt zonder dat de uitvoerder, indien noodzakelijk, over een natuurvergunning beschikt zal er handhavend opgetreden moeten worden.

Zijn er gevolgen voor andere vogelsoorten?

De rechtbank gaat er in mee dat de ontheffing geen toestemming geeft voor het verstoren van andere beschermde vogelsoorten. Tegen verstoring in strijd met de wet moet de provincie handhavend optreden.

Is de ontheffing voor een te lange periode afgegeven?

De rechtbank is van oordeel dat het logisch is om deze ontheffing de aangegeven looptijd te geven die gelijk is aan die van het Faunabeheerplan. Dit gezien in het Faunabeheerplan weergegeven samenhang met de ontheffing en ook de bepaling hierover in de wet.

Uitspraken overige ganzenontheffingen, zie: