Kleine mantelmeeuw
Kleine mantelmeeuw

De kleine mantelmeeuw is een betrekkelijk recente broedvogel in Nederland; het eerste broedgeval vond plaats in 1926 op Terschelling. Daarna bleef het lange tijd een zeldzame tot schaarse broedvogel en de kleine mantelmeeuw liet pas sinds de jaren zestig een sterke toename zien. Deze was vooral te danken aan een sterk verhoogd voedselaanbod door overboord gezette bijvangsten bij de boomkorvisserij en snijafval (visingewanden). Landelijk groeide de populatie kleine mantelmeeuwen gestaag door tot circa 2010, waarna de stand stabiliseerde en vervolgens afnam.

In het faunabeheerplan meeuwen havengebieden Rotterdam zijn mogelijke maatregelen voor het meeuwenbeheer opgenomen. In tegenstelling tot eerdere faunabeheerplannen voor meeuwen is in dit faunabeheerplan de maatregel nestbehandeling niet opgenomen. De ongunstige staat van instandhouding van de zilvermeeuw laat dit niet toe. Wel zijn, onder gestelde voorwaarden, mogelijk de maatregelen broedvrij houden, het verplaatsen van nesten en het incidenteel vernietigen van nesten.

Voor het gebruik van deze maatregelen hebben bedrijven toestemming nodig van de FBE. Voorafgaand aan een aanvraag voor toestemming is per jaar een door de FBE goedgekeurd Maatwerkadvies meeuwen nodig. De FBE heeft een instructie en een template voor dit Maatwerkadvies opgesteld. Deze zijn op deze pagina te downloaden. Om op tijd voor toestemming voor maatregelen voor 2025 in aanmerking te komen moet een Maatwerkadvies vóór 1 maart 2025 bij de FBE zijn ingediend.

Actuele situatie

De volgende maatregel kan vrij worden gebruikt:

Het broedvrijhouden conform de wijze van uitvoering zoals beschreven in § 6.3.1 van het faunabeheerplan gedurende het gehele jaar, 24 uur per etmaal, bij het Loodswezen en AVR, met uitzondering van het gebruik van vrijvliegende jachtvogels.

 

Onderstaande maatregelen kunnen per bedrijf alleen plaatsvinden na goedkeuring van het Maatwerkadvies door FBE, te weten:

Het gehele jaar, 24 uur per etmaal: opzettelijk storen en incidenteel vangen en doden met vrijvliegende jachtvogels (havik, slechtvalk of woestijnbuizerd) bij AVR.

Details

Binnen de havengebieden Rotterdam, Dordrecht, Alblasserdam voor bedrijven die vallen onder de categorie/locatie vanaf 1 februari resp. 1 april t/m 31 juli :

  • chemie;
  • petrochemie;
  • opslag van vloeibaar gas, olieopslag en raffinage;
  • energieproductie;
  • op- en overslag massagoederen en halffabricaten voor industriële bewerking ;
  • op- en overslag en productie van voedingsmiddelen (soja, granen enz.);
  • op- en overslag van containers ;
  • locaties waar ontwikkeling, onderhoud en beheer van de infrastructuur van de haven plaats moet vinden buiten de bedrijfsterreinen (buiten de hekken) en waar de aanwezigheid van meeuwen een gevaar vormt voor personen;
  • AVR, jaarrond.

Downloads